Intentieverklaring
Uitzendkrachten werken veilig
"Omdat iedereen veilig en gezond moet kunnen werken"
Wij, Doorzaam, Stigas, LTO Nederland, Glastuinbouw Nederland en FNV, vinden dat iedereen in de land- en tuinbouw veilig en gezond moet kunnen werken. Uitzendkrachten vormen hierop geen uitzondering. Daarom zetten wij onze handtekening onder de intentieverklaring ‘Uitzendkrachten werken veilig’.
Ondertekening intentieverklaring
Nieuws
Veelgestelde vragen
Veelgestelde vragen
Wie is verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden van uitzendkrachten?
Zowel de inlener als de uitzendorganisatie zijn verantwoordelijk voor de veiligheid en gezondheid van uitzendkrachten op het werk. De inlener draagt de grootste verantwoordelijkheid. Volgens de Arbowet is de inlener verantwoordelijk voor de veiligheid en gezondheid van al zijn werknemers, dus ook voor die van de uitzendkrachten. Als er een ongeval op het werk plaatsvindt en de veiligheid is niet op orde dan is de inlener daarvoor ook aansprakelijk. De inlenende partij geeft leiding en houdt toezicht, terwijl de uitzendonderneming een doorgeleidingsplicht heeft.
Wat moet je als inlener doen voordat de uitzendkracht aan het werk gaat?
De inlener moet het uitzendbureau voor aanvang van de werkzaamheden een risico-inventarisatie en -evaluatie (RIE) sturen. Hierin staan de specifieke risico’s die horen bij het werk dat de uitzendkracht gaat doen. Hiervoor zijn aanvullend ook praktische arbochecklists beschikbaar in meerdere talen.
Voordat uitzendkrachten aan het werk gaan, moet de inlener de uitzendkrachten voorzien van informatie over het werk, de risico’s en de veiligheidsmaatregelen. Hierbij kan de inlener gebruik maken van de arbocatalogus van de sector.
De inlener stelt vast wie vanuit het bedrijf:
1. toeziet op de uitvoering van het werk door de uitzendkracht
2. verantwoordelijk is voor de veiligheid van het werk en de werkplek
3. werkinstructie geeft
4. persoonlijke beschermingsmiddelen verstrekt met bijbehorende instructie
5. contactpersoon is voor de uitzendkracht en de uitzendorganisatie
De inlener is wettelijk verplicht om de informatie onder punt 3 tot en met 5 uiterlijk één dag voor aanvang van de werkzaamheden aan te leveren aan de uitzendorganisatie.
De inlener draagt de verantwoordelijkheid voor de arbeidsomstandigheden van de uitzendkracht en ziet erop toe dat bovengenoemde taken worden uitgevoerd.
Lees meer:
Wat moet de uitzendorganisatie doen voordat de uitzendkracht aan het werk gaat?
Het uitzendbureau vraagt de RIE op bij de inlener en zorgt dat de uitzendkracht de RIE ontvangt en informeert hem of haar over de risico’s op de werkplek. Hiervoor zijn aanvullend praktische arbochecklists beschikbaar in meerdere talen.
De uitzendorganisatie zorgt ervoor dat de uitzendkracht voor aanvang van het werk bekend is met:
• de functie en functie-eisen
• de werkplekeisen en arbeidsomstandigheden
• specifieke risico’s op de werkplek
• wie de contactpersoon is bij de inlener
• door wie, hoe en waar de persoonlijke beschermingsmiddelen met instructie worden verstrekt
Als de uitzendkracht aan het werk is gegaan kan de uitzendorganisatie via de uitzendkracht nagaan of de passende persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig zijn, inclusief instructies. De uitzendorganisatie is aanspreekpunt voor de inlener en de uitzendkracht bij vragen over arbeidsomstandigheden.
Lees meer:
Welke verantwoordelijkheden heeft de uitzendkracht?
Voordat hij aan het werk gaat, neemt de uitzendkracht de informatie over arbeidsomstandigheden die hij van de uitzendorganisatie heeft gekregen nauwkeurig door. Als er onduidelijkheden zijn, vraagt de uitzendkracht om opheldering of een toelichting.
Tijdens het werk:
• moet de uitzendkracht zorgdragen voor zijn eigen veiligheid en gezondheid én voor die van andere personen binnen het bedrijf
• neemt hij verplicht deel aan georganiseerde instructie-, werk- en voorlichtingsbijeenkomsten bij de werkgever
• werkt hij zorgvuldig en gebruikt hij de arbeidsmiddelen op een veilige en juiste manier
• gebruikt hij de persoonlijke beschermingsmiddelen op de juiste manier
• meldt hij bij de werkgever en de uitzendorganisatie wanneer persoonlijke beschermingsmiddelen ontbreken
• meldt hij bij de werkgever en de uitzendorganisatie wanneer er gevaar dreigt voor de veiligheid en gezondheid
Lees meer:
- https://www.doorzaam.nl/nieuwsbericht/news/doorgeleidingsplicht-wie-doet-wat/
- https://www.doorzaam.nl/fileadmin/media/nieuws/Stappenplan_doorgeleidingsplicht-UZK_over_de_drempel.pdf
Wie is verantwoordelijk voor het verstrekken van persoonlijke beschermingsmiddelen aan uitzendkrachten?
De werkgever verstrekt de persoonlijke beschermingsmiddelen aan alle werknemers. Ook aan tijdelijke krachten en uitzendkrachten. Dit vloeit voort uit de definitie van ‘werkgever’ in de Arbowet (artikel 1, lid 1, a-1 en a-2). Als het om arbeidsomstandigheden gaat, is de werkgever verantwoordelijkheid voor iedereen die op de werkplek arbeid verricht. Het verstrekken van persoonlijke beschermingsmiddelen hoort daarbij.
Lees meer:
https://www.doorzaam.nl/werksituatie/persoonlijke-beschermingsmiddelen/
Wie is verantwoordelijk voor de verzuimbegeleiding van uitzendkrachten?
Het uitzendbureau is verantwoordelijk voor de verzuimbegeleiding van uitzendkrachten en voor het contract met een arbodienst in dit kader. Indien uitzendkrachten werkzaam zijn in fase A (met uitzendbeding) vallen ze voor het verzuim onder het UWV.
De uitzendorganisatie is ook verantwoordelijk voor het aanbieden van een preventief medisch onderzoek (PMO).
Moet ik een RIE hebben als ik alleen tijdelijke krachten of uitzendkrachten heb?
Ja, ook dan ben je wettelijk verplicht om een RIE te maken. Dit vloeit voort uit de definitie van ‘werkgever’ in de Arbowet (artikel 1, lid 1, a-1 en a-2). Als het om arbeidsomstandigheden gaat, is de werkgever verantwoordelijkheid voor iedereen die op de werkplek arbeid verricht.
Is er extra aandacht nodig voor de arbeidsomstandigheden van uitzendkrachten?
In de Arbowet (artikel 5.1) staat dat er voor kwetsbare groepen extra aandacht moet zijn. De RIE dient een beschrijving van de gevaren en de risicobeperkende maatregelen voor bijzondere categorieën van werknemers te bevatten. Internationale werknemers die de Nederlandse taal onvoldoende machtig zijn, vallen hier ook onder. In de praktijk betekent dit dat een werkgever ook aanvullende maatregelen dient te nemen voor deze groepen als hier aanleiding toe is. Denk bijvoorbeeld aan het vertalen van werk- en veiligheidsinstructies.
Hebben uitzendkrachten vaker te maken met ongevallen en gezondheidsklachten?
Uitzendkrachten hebben vaker dan vaste krachten te maken met ongevallen en bepaalde risico’s, zoals fysieke belasting. Dit kan komen door de werkcondities waaronder zij hun werk moeten doen, baanonzekerheid, het gebrek aan ervaring, taal en het gebrek aan training en instructie. (Bron RIVM, 2020). Het is daarom belangrijk om hier aandacht voor te hebben.
Wat moet ik doen als er een ongeval met een uitzendkracht plaatsvindt?
Hierbij geldt dezelfde verantwoordelijkheid en procedure als bij een werknemer in loondienst. Een dodelijk en ernstig ongeval dient gemeld te worden bij de Nederlandse Arbeidsinspectie. Sinds 2012 neemt de Inspectie SZW bij onderzoek naar ongevallen de rol van taalbeheersing mee. Meldt het ongeval ook bij het uitzendbureau.
Wat doet de Nederlandse Arbeidsinspectie?
De Nederlandse Arbeidsinspectie controleert of de inlener zijn verplichtingen nakomt. Als dit niet het geval is, worden forse boetes opgelegd. Worden er overtredingen geconstateerd, ondanks een goede werkinstructie, dan kan dat leiden tot matiging van het boetenormbedrag.
Geen vragen en antwoorden gevonden.